Ervaringen met Passend Rekenonderwijs tussen 1980 – 2005
In 1972 werd ik benaderd om hoofd te worden van de Andreasschool in Velden.
Dat heb ik met veel plezier gedaan tot mijn pensionering in 2005.
In 1978 konden we deelnemen aan een experimenteel project van OCW als voorloper van Weer Samen Naar School. Vier jaar lang hebben we samengewerkt met een LOM- en een ZMOK-school: elkaars lessen gevisiteerd, gezamenlijke projecten met leerlingen opgezet, leermethodes besproken etc.
In 1980 zijn we gestart met het loskoppelen van de zwakke rekenaars van de grote groep, te beginnen met de leerlingen van groep 4. Twee keer per week gingen zij naar de RT waar ze uitgebreide instructie kregen en begeleid konden oefenen, waarna ze in de klas zelfstandig verder konden.
De ervaringen met deze aanpak waren erg positief:
- Leerlingen kregen weer plezier in het rekenen, ze hadden de hele tijd succes ervaringen (weer positief zelfbeeld)
- In de klas hadden ze nauwelijks extra instructie nodig, dus de leerkracht kon zich helemaal richten op de grote groep
- Bij het verlaten van de school beheersten ze medio/eind groep 6 en lieten als ze naar het VO waren gegaan mooie rapporten zien als ze weer eens aanwipten
Begin jaren negentig zijn we op dezelfde wijze met de begaafde rekenaars gestart.
Door sterk in te zetten op passend onderwijs voor degenen die dat het hardst nodig hadden voorkwamen we veel leer- en motivatieproblemen, gingen de resultaten over de hele lijn omhoog en werd de werkdruk van de leerkrachten sterk verminderd, hetgeen resulteerde in een zeer laag ziekteverzuim.
Het accepteren van verschillen tussen leerlingen was een normale zaak: bij nagenoeg elke taal- of rekenles pakten enkele leerlingen hun spullen en gingen de klas uit om met hun eigen werk aan de slag te gaan.
Dit gevoel strekte zich ook uit tot leerlingen met vormen van autisme, ADHD, lichamelijke handicaps e.d. Tussen 1990 en 2005 werden geen leerlingen meer verwezen naar het speciaal basisonderwijs of het SO hoewel we een redelijk grote school hadden (tussen de 400-500 leerlingen).
Ik zou zeggen: als dit op een eenvoudige dorpsschool mogelijk is moet dit momenteel met al die extra middelen en methodes toch ook mogelijk zijn?
Wij zijn gaarne bereid een en ander binnen besturen en scholen te bespreken!